zondag 22 juni 2014

De sociale Kaart: cliënt B

Informele contacten:

We zijn begonnen met een onderscheid te maken tussen de formele- en informele contacten. Als eerst hebben we gekeken naar de informele contacten van de cliënt. De cliënt begon eerst over zijn gezin te vertellen. Het gezin bestond uit zijn vrouw,waarmee hij samen woont in Meerssen. De cliënt heeft twee kinderen, een dochter en een zoon. Zijn dochter woont nog bij hem thuis en zijn zoon woont bij hem in hetzelfde dorp. Zijn vrouw en dochter ziet hij elke dag, zijn zoon ook die komt elke dag voor hij gaat werken een kopje koffie bij hem  drinken. Ook heeft de cliënt nog een vader die hij elke vrijdag gaat bezoeken. Zijn moeder is inmiddels overleden. De cliënt heeft twee zussen, met de oudste zus heeft hij veel contact via de telefoon. Met de andere zus heeft hij nauwelijks contact en ziet hij maar een keer per jaar. Tevens heeft de cliënt een sterke band met zijn schoonfamilie, zo gaf hij zelf aan. Zijn schoonouders en zwager ziet hij vijf keer per week. Als ze komen gaan ze altijd kaarten, omdat ze dit graag doen en het gezellig vinden om met elkaar bij te kletsen. Met zijn schoonzus heeft hij weinig contact. Ze ziet haar maar een keer per jaar, omdat zij in Australië woont, waar de cliënt meerdere malen is geweest. Met buurtbewoners heeft hij weinig contact gaf hij aan. Hij maakt af en toe een praatje met buurtbewoners als hij de hond gaat uitlaten. Ook heeft de cliënt twee buren. Met een buur gaat hij regelmatig mee om, dit is een oude vrouw van 84 jaar die hij regelmatig helpt als er blad bij haar in de tuin ligt. Hij ziet de buurvrouw een keer per week. De andere buren zijn een jong stel waar de cliënt weinig contact mee heeft, deze ziet hij een keer in de twee weken. De cliënt gaat vier keer per week naar de zorgboerderij, waar hij een vriendenclubje heeft van 3 à 4 personen waar hij mee optrekt.

Formele contacten:

Na de informele contacten zijn we gaan kijken naar de formele contacten van de cliënt. De cliënt gaat vier keer in de week naar de zorgboerderij. Hij gaf aan dat hij goed overweg kan met de begeleiding en het ook naar zijn zin heeft op de zorgboerderij. Op de zorgboerderij komt hij met verschillende mensen in contact en komt hij ook meer buiten. Ook doet de cliënt een keer per week boodschappen in zijn dorp. Daarnaast gaat hij een keer per maand naar de bibliotheek. Lezen is een grote hobby van hem en doet dit ook regelmatig als hij thuis is. Bij de bibliotheek ontmoet hij altijd een aantal mensen die hij kent en met deze mensen maakt hij een kort praatje, zoals medewerkers. We zijn erna op medisch gebied gaan kijken. Hier hebben we gekeken van welke voorzieningen hij gebruik maakt. De cliënt gaat een keer per kwartaal naar de apotheek voor zijn medicijnen en een keer per half jaar naar de tandarts. Ook gaat de cliënt een keer per jaar naar de huisarts, dit doet hij als hij lichamelijke klachten heeft. En gaat hij een keer per twee jaar naar de opticien. Dit doet hij voor zijn oogsterkte te controleren. Tot slot gaat de cliënt een keer per jaar naar de fietsenmaker, voor zijn fiets te laten maken. De cliënt rijd geen auto maar doet alles op de fiets. En bezoekt hij een keer per jaar een restaurant om te gaan uit eten met zijn gezin.

Conclusie:

De conclusie die ik uit deze sociale kaart kan trekken is, dat de cliënt veel contacten heeft binnen zijn familie en schoonfamilie. Hier hecht de cliënt veel waarde aan, omdat hij ze vaak tot regelmatig ziet. Tijdens het zien van zijn familie onderneemt hij activiteiten, zoals kaarten, fietsen of uit eten. Je ziet dat de cliënt weinig tot geen contact heeft met zijn wijk op gebied van sociale binding. Hij zit niet bij een vereniging en voelt zich ook niet geroepen met het meedoen van buurtactiviteiten. De oorzaak hiervan is dat hij het leuker vind om samen met zijn familie te zijn.  Verder zie je dat de cliënt wel gebruik maakt van een aantal voorzieningen in de wijk. Hier maakt hij gebruik van vooral op medisch gebied. Ook het aantal keer dat hij een medische voorziening bezoekt is vrij laag. Met uitzondering van de zorgboerderij, waar hij vier keer per week heen gaat voor een dagbesteding. Hieruit kan ik concluderen dat de cliënt ruim tot veel contacten heeft, en de vaardigheden heeft om deze zelf te onderhouden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten