maandag 12 mei 2014

HR 4 Culturele antropologie en diversiteit 1


Tijdens het hoorcollege antropologie heb je uitleg gekregen over de diversiteitscirkel en het wat en hoe van taaktoets deel 1: begroeten en ontmoeten. Onderstaande vragen gaan over de diversiteitscirkel en bereiden je deels voor op het maken van taaktoets deel 1. Vraag 1, 2 en 3 maak je individueel, voorafgaand aan het OT, vraag 4 bespreek je samen met je klasgenoten in het OT. De uitwerking van vraag 4 plaats je op de blog.
1) Maak je eigen diversiteitscirkel. Wees hierin zo volledig mogelijk (Tip! Op de website
http://www.coutinho.nl/retourtjeinzicht2 vind je een blanco format van de diversiteitscirkel, deze kun je eventueel gebruiken bij het maken van de opdracht).
2) Welke elementen uit jouw diversiteitscirkel zijn ‘algemeen bekend’ bij je vrienden, familie, klasgenoten etc.? Op welke identiteitsaspecten ben je trots? Wat mag iedereen van je weten?
3) Welke elementen uit jouw diversiteitscirkel zijn misschien minder bekend bij je vrienden, familie, klasgenoten etc.? Op welke identiteitsaspecten ben je misschien minder trots? Zitten er aspecten in je diversiteitscirkel waar jij je misschien wel voor schaamt of waarvan je liever niet wil dat anderen dit van je weten?
4) Bespreek vraag 1, 2, en 3 in de tutorgroep. Welke inzichten heeft het maken van deze vragen je opgeleverd? En wat betekent dit voor hoe je taaktoets deel 1, begroeten en ontmoeten gaat aanpakken? Wat zijn de do’s en dont’s waar je rekening mee moet houden tijdens het interview?

Diversiteitcirkel:
1. Sekse/gender
Ik ben een man.

2. Religie/ levensbeschouwing
Ik heb een Rooms-katholieke religie, omdat ik hiermee ben opgevoed en van mijn ouders heb gekregen.

3. Etniciteit
Ik heb de Nederlandse identiteit en voel me verbonden met de plattelandse etniciteit, omdat ik in een klein dorp woon.
4. Seksuele oriëntatie
Ik ben heteroseksueel georiënteerd.

5. Levensfase generatie
Ik ben 21 jaar en zit in de levensfase vroege volwassenheid. Bij deze levensfase spelen intimiteit en isolement een belangrijke ontwikkelingsrol spelen.

6. Talent/ handicap
Ik heb een goede gezondheid qua leefstijl en lichamelijk functioneren. Ik ben wel beperkt in visueel opzicht, maar daarom draag ik lenzen. Mijn talenten liggen in het sociale gedeelte, omdat ik goed ben in het voeren van gesprekken. Ik heb verder geen handicaps.
7. Klasse
Momenteel behoor ik tot de middenklasse. Ik heb al een aantal vooropleidingen gehad en ben nu bezig met een HBO opleiding, waardoor ik me middenklasse bevind.

8. Professionele socialisatie
Dit sluit aan op mijn klasse. Ik heb een professionele socialisatie door het volgen van een HBO opleiding, waardoor ik me blijf verbeteren in mijn ontwikkelingsproces.

De elementen waar ik trots op ben zijn mijn etniciteit en religie. Dit zijn ook de elementen die mijn omgeving kent van mij.

De elementen waar ik minder trots op ben is mijn visueel beperking, waardoor ik lenzen moet dragen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten